search instagram arrow-down

Archief

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Voeg je bij 43 andere abonnees
februari 2023
M D W D V Z Z
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728  

Spam geblokkeerd

Tweede kans voor selfreliance

Terwijl de (machts)verhoudingen in de wereld sneller veranderen en technologische en culturele ontwikkelingen een steeds hoger tempo hebben, is Suriname cultureel, mentaal en technologisch onvoldoende voorbereid om in deze dynamiek deel te kunnen nemen. 

Ruim 45% van de bevolking heeft het lager onderwijs niet afgemaakt; ruim 50% leeft in schrijnende armoede; 65% plus   van de beroepsbevolking is overheidsambtenaar of werkt voor parastatale bedrijven; de volksgezondheid functioneert abominabel; essentiële en basale ontwikkelingen op ICT-gebied zijn niet ingevoerd en de overheidscorruptie tiert nog steeds welig. Suriname is té intern gericht, gaat steeds harder achteruit, verliest cultureel en normatief aansluiting met de omringende wereld en dreigt – mede door een zelfgecreëerde schuldenberg die nog steeds groeit – speelbal te worden in een wirwar van tegenstrijdige belangen die buiten medeweten van de bevolking gecreëerd zijn en, door ontoereikende overheidscommunicatie, ook onkenbaar! 

Als er één les is die de regering Santokhi aan Surinamers nu leert is het deze: het maakt met de huidige politieke en bestuurlijke mores niet uit welke gevestigde politieke partij regeermacht heeft en welke partijleider president is. Zo lang leiderschap en bestuur van Suriname geen fundamentele transformatie ondergaan van hun koloniale structuren en praktijken, zullen de burgers van dit land – als collectief – geen voorspoed en volwaardige democratie realiseren en ervaren. Ongeacht de hoeveelheid bodemschatten!

Deze les is extra pijnlijk omdat juist deze president als partij-/oppositieleider in zijn verkiezingscampagne –  van alle politieke leiders sinds de onafhankelijkheid – het meest indringend en concreet aan alle Surinamers beloofde precies die ontwikkeling in gang zou zetten die het land naar de moderne tijd zou brengen. Tot heden is deze belofte niet gerealiseerd. In tegendeel, zijn de algehele economische en sociaal-maatschappelijke toestand van het land verslechterd en er is binnen deze regeertermijn geen zicht op beter. 

De pleitbezorgers van de president voeren aan dat critici zich moeten realiseren dat zijn regering de besturing overnam van een land dat reeds lange tijd in serieus bestuurlijk, financieel-economisch en maatschappelijk verval was geraakt. Dat is waar. Wat ook net zo waar is, is dat president Santokhi zich niet kan beroepen op gebrek aan kennis van en inzichten in de mate van het verval. Van 2005 – 2010 was hij minister van Justitie & Politie en van 2010-2020 was hij als fractieleider van de VHP lid van de DNA. Hij is een door de Surinaamse wol geverfde politicus die sinds 2011 tevens leider en voorzitter is van zijn partij, de VHP. Het was dit verval én zijn politieke ervaring waarnaar hij verwees toen hij de bevolking van Suriname opriep op hem en zijn partij te stemmen.  

In 2023 aangekomen kunnen Surinamers niet anders dan vaststellen dat hun land de republikeinse en democratische onafhankelijkheidsambitie van 25 november 1975 (nog) niet realiseerde, en ook niet op weg is naar realisatie. Evalueert men de aanloop naar Suriname’s onafhankelijkheid en de weg die sinds de onafhankelijkheid i gelopen, dan moet worden vastgesteld dat dit falen niet zo verwonderlijk is. Politici en bevolking waren in 1975 bestuurlijk, mentaal en emotioneel onvoldoende volwassen en professioneel toegerust voor staatkundige onafhankelijkheid. Dat is een constatering, geen waardeoordeel!

Die ambitie voor onafhankelijkheid leefde in de 70er jaren van de vorige eeuw ook niet in het brein en de harten van een relevante representatie van Surinamers. Die ambitie was het streven van Nederland (Lees o.a. Artikel: Een som van misverstanden; het kabinet-Den Uyl en de immigratie van Surinamers (uva.nl) en ook zeker het boek ‘Suriname, van wingewest tot natiestaat’ van Jan Pronk, destijds de Nederlandse minister van ontwikkelingssamenwerking en een hoofdrolspeler in het proces) en  werd door premier Arron in 1973 omarmd na zijn verkiezingszege.  Het thema onafhankelijkheid stond op geen enkel Surinaams partij- of verkiezingsprogramma. 

Destijds realiseerde ‘moederland’ Nederland zich dit – misschien niet ten volle, maar wel voldoende – gelet op de inhoud van het Ontwikkelingsverdrag van 1975. Dit verdrag voorzag in de tegemoetkoming aan Suriname van 3.5 miljard Nederlandse guldens, en er werd onder andere in opgenomen dat zowel Suriname als Nederland verantwoordelijk zijn voor de besteding van deze ontwikkelingsgelden met als uitdrukkelijk doel Suriname zelfvoorzienend te maken.  Door gebrekkig intern én extern toezicht en verscheidene interne politieke ontwikkelingen in Suriname (waaronder twee militaire coups, een burgeroorlog en politieke moorden) en de reacties van Nederlandse zijde hierop, raakten dit verdrag van 1975 en de bijstelling van 1992 onder het stof.  

De vraagstukken waarvoor Suriname zich gesteld ziet hebben intussen een intensiteit en omvang die niet meer behandeld kunnen worden met ‘spullenhulp’, ad hoc beleid, ‘pappen en nathouden’ en wensdromen dat een volgende (vervroegde) verkiezing hier positieve en blijvende verandering in zal brengen. Binnen 18 maanden na aantreden van deze regering ging Suriname (door gedrag van de president!) weer in de nog altijd voortdurende modus van verkiezingscampagnes. Het is nu 26 maanden vóór de volgende verkiezing, de verkiezingspropaganda zwelt aan. De politieke partijen die zich al met de meeste nadruk manifesteren zijn juist die welke de huidige regering vormen en die uit de vorige regering. Het zijn ook die partijen/leiders die de maatschappijontwikkeling van Suriname stollen. 

Surinamers lopen een onvruchtbaar pad dat ze – voor heling van slavernij én van kolonialisme – moeten verlaten om te beginnen (om überhaupt aan de slag te kúnnen) met de realisatie van de self reliance (zelfredzaamheid) missie uit het Ontwikkelingsverdrag. En gelet op waar we als collectief qua maatschappijontwikkeling  vandaan komen, hebben we bij de herstart / op de nieuwe route ook niet politiek gekleurde  externe(internationale) kennis van en deskundigheid met de materie nodig.

Onlangs las ik deze berichten Brief Kaag Nederlandse plichtsverzaking ingevolge _230206_042203_230206_172041 (1).pdf en PvP-Betreft Uw brief van 31 januari jI (1).pdf die in verschillende Surinaamse media verschenen. Tot nu las ik geen serieuze publieke en inhoudelijke reactie op deze moedige acties, die ik ook zie als een bemoediging aan alle Surinamers (ook in het buitenland) om zich in te zetten om alsnog een belofte gerealiseerd te krijgen die destijds aan alle Surinamers is gedaan.  

Tot slot. In dit artikel geef ik geen oplossing voor problemen in/van Suriname. Die oplossing zijn wij zelf als Surinamers  en onze acties! Gaan we door op het onvruchtbaar pad of activeren we met elkaar wat noodzakelijk is en ook door onze eigen koloniale politiek (en misschien valse schaamte?) niet van de grond kwam? 

Geef een reactie
Your email address will not be published. Required fields are marked *

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: