
Economie is de sociale wetenschap die zich bezighoudt met hoe goederen worden geproduceerd en hoe de opbrengsten worden verdeeld. De economie van een land is, populair gezegd, de volkshuishouding van dat land. De manier waarop je thuis omgaat met je huishoudboekje verschilt niet wezenlijk van de manier waarop een overheid omgaat met de volkshuishouding. In beide gevallen gaat het om demonstraties van verantwoordelijkheidsbesef. Dat besef kan extreem hoog tot extreem laag zijn en alles daartussen, of geheel afwezig.
Meer nog dan over geld (kapitaal) gaat economie over het gedrag van mensen, van overheden. Net zoals een goed ondernemingsplan niet begint met geld maar met een idee, begint een goed economisch plan van een overheid niet met geld, maar met ideeën genereren en met vertrouwen en voorwaarden scheppen voor de uitvoering van de ideeën. Het met elkaar hebben over wat gedaan (geproduceerd, gemaakt) moet worden, met wie en wanneer, zodat de gemeenschap komt waar ze wilt zijn. Maar dan moet je het met elkaar in die gemeenschap eerst hebben over waar je wilt zijn, wat je wilt bereiken en waarom. Je moet een gemeenschappelijke visie hebben, noem het een ambitie. Geld volgt op de ambitie, het is niet het wezen van de ambitie. Het wezen is de arbeid van de bevolking, dat wat de mensen doen om die ambitie te bereiken. Hun kennis en kunde, hun vertrouwen, hun bloed – zweet – tranen, hun ziel en zaligheid. Iedereen die iets anders beweert, vertelt een sprookje. (Er zijn mensen die van sprookjes vertellen rijk worden, die laat ik nu buiten.)
De economische crisis van Suriname had een decennia lange aanloop en is de manifestatie van ernstige bestuurlijke verwaarlozing, incompetent politiek leiderschap en een verziekte politieke en publieke moraal. Deze incompetentie en verziekte politieke en publieke moraal, vermenigvuldigen zich onder de nieuwe regering ongehinderd verder. Het door partijleider Santokhi beloofde begin van transformatie, is in de mond van regeringsleider Santokhi een zielloos verhaal geworden over geld en niet over mensen.
Buitenlandse kranten melden dat Suriname afstevent op een faillissement; in Surinaamse media lees je er weinig over. Ook de informatiedienst van de regering laat het afweten. Een onafhankelijke staat kan niet failliet gaan zoals een onderneming dat kan. Maar als geen geldschieter jou haar/zijn geld toevertrouwt en je jouw (buitenlandse) schulden en de lonen van je ambtenaren niet kan betalen, dan heb je als overheid/land een existentieel probleem. De aanpak van existentiële problemen vereist op politiek en bestuurlijk niveau competente en moedige politici en bestuurders. Existentiële problemen vragen namelijk om: nood breekt wet, de broekriem strakker voor iedereen, en alle hens aan dek! Niet in Suriname. Daar rimpelt het leven gemoedelijk verder. Of niet?
Er is geen gratis geld. Als iemand je geld belooft of geeft voor niets: ren weg zo hard als je kan! Geld is een afspraak, geld is vertrouwen en vertrouwen is gedrag. Wanneer je een ambitie hebt en geleend geld nodig hebt om die te bereiken – per slot van rekening leven we in een geldeconomie en in zo een economie kom je zonder geld niet ver- zal de geldschieter naar je kredietwaardigheid kijken. Zoals het gaat met individuen en bedrijven, gaat het ook met landen/overheden.
Kredietwaardigheid is een uiting van gedrag. Hoe men omgaat met geld. Welke betekenis men aan geld geeft. Of men geleend geld gebruikt voor een ander doel dan waarvoor men de lening aanging. Of men op tijd rente betaalt. Hoe vaak en hoe veel men leent. Naarmate men losser omgaat met geld, zullen geldschieters de vrager als een hoog risicogeval behandelen. Dat betekent dat ze de vrager óf geen geld lenen, óf wel lenen onder extreme voorwaarden, bijvoorbeeld: borgstellingen met bezittingen van de vrager als onderpand, torenhoge rentes, adembenemende boeteclausules. Met andere woorden, economie en geld zijn een kwestie van gedrag en vertrouwen. Dat is wat Suriname nu parten speelt; het land wordt door potentiële geldschieter als té onbetrouwbaar beoordeeld; daar waagt geen bonafide geldschieter kapitaal aan. Nou daar zit je dan te kijk als land.
Zo lang Surinamers niet (leren) begrijpen en ervaren dat ‘winti wai, lanti pai’ zelfdestructief gedrag is, dat economie niet iets exclusiefs van de overheid is, maar gewoon thuis in het dagelijks leven begint, als individu, als collectief, zo lang zal Suriname in de gevarenzone van economische malaise blijven. Niks, tjé poti of God gaat het oplossen (de bijbel zegt ‘Bid en werk’, niet ‘Bid en wacht’), maar elkaar en politici aanspreken op het eigen gedrag en op verantwoordelijkheid nemen. Dat is ook wat onafhankelijk zijn betekent. Zo lang Surinamers niet (leren) begrijpen en ervaren dat geld een kwestie is van vertrouwen en dat vertrouwen niets anders is dan gedrag en het resultaat van gedrag, het eigen gedrag, zo lang zullen ze niet de producenten worden van hun voorspoed, de oorzaak daarvoor buiten zichzelf zoeken en politici voortbrengen en kiezen die dat ook doen.
Ik had hoop dat de nieuwe regering met zulke fundamentals zou beginnen. In mijn open brief van 14 juni jl. aan de heer Santokhi (te lezen op deze site) schreef ik over de aanpak van de economische crisis dit:
Geld is slechts één aspect van een samenlevingsontwikkeling. Bovendien is het niet zo dat wanneer het geld weer stroomt het met de mensen en hun samenleving beter zal gaan; de afgelopen regeerperiode heeft aangetoond dat veel geld en het welzijn van burgers niet persé samengaan. […] De kloof tussen rijk en arm is de afgelopen jaren gigantisch geworden. En het zijn juist de ‘have nots’ en de ‘have too little’ die u het mandaat hebben gegeven. Ja gegeven, en die wonen allemaal in Suriname. leidt hen naar een menswaardig en waardevol bestaan.
Helaas gedragen ook deze president en zijn vice-president zich als fossiele leiders die de samenleving meer problemen geven dan ze kunnen oplossen, en die met geld omgaan zoals alleen fossiele leiders dat doen. De ene deelt, als een ster uit een Nollywood film voor draaiende camera’s, aan behoeftigen geld uit zijn privé buidel die uitpuilt van opbrengsten uit ondoorzichtige binnenlandse goudwinning met kwik die het leven van mens, dier en milieu bedreigt. De ander dacht met charmes geld te kunnen lenen bij zijn exen (diaspora en de Nederlandse regering) en kreeg zero-sum op het rekwest. Zouden deze mannen niet doorhebben dat ze zelf een probleem beginnen te worden?