
Good governance
Met good governance wordt een bestuurspraktijk bedoeld waarin het bestuurlijk handelen inzichtelijk is (transparant) en er ook inzichtelijk over dat handelen verantwoording wordt afgelegd. Bij openbaar bestuur vindt de verantwoording plaats aan de samenleving (het parlement, de districtsraad, etc.); bij ondernemingsbestuur aan toezichthouders (raad van toezicht, raad van commissaris) en andere belanghebbenden (ondernemingsraad, patiëntenraad, cliëntenraad).
Good governance gaat gepaard met schriftelijke afspraken die het gedrag van bestuurders en toezichthouders reguleren; die afspraken noemen we governance codes. Hoe de regels worden opgesteld ligt grotendeels aan de cultuur van een sector of onderneming, maar over het waarom van de regels is er internationaal overeenstemming. Ze zijn bedoeld om het vertrouwen van burgers en consumenten in overheden en organisaties te verbeteren.
Een governance code is een instrument om de gedragingen van bestuurders en toezichthouders in een organisatie/onderneming te controleren, toetsen en reguleren. Een instrument dat moet voorkomen dat er zaken gebeuren die overheden of ondernemingen kunnen beschadigen, en die op den duur bevolkingsontwikkeling vertragen en democratie ondermijnen. Zaken zoals: verstrengeling van belangen, te veel verschillende petten op één hoofd, vriendjespolitiek bij benoemingen voor banen/posities of bij gunning van opdrachten, handel met steekpenningen, kartelvorming om anderen uit een markt te weren, of andere gedragingen die wantrouwen en chaos voeden.
Eenvoudig gezegd komen alle governance codes neer op de afspraak: pas de regels uit je governance code toe en als je dat niet doet, leg uit waarom en met welk doel. In het Engels kort en bondig: comply or explain.
Sarbanes Oxley
De ontwikkeling en praktijk van governance codes kwam internationaal goed op gang aan het begin van deze eeuw. Grote boekhoudschandalen die economische sectoren naar de rand van de afgrond brachten en burgers en klanten, maar ook de overheid ernstig dupeerden (denk aan Enron), brachten samenlevingen en overheden in beweging. Er ontstond consensus dat er regels moesten komen voor de controle en toetsing van het gedrag van met name mensen in de top van organisaties en van overheden. De meest beroemde wetgeving op dit gebied is de Sarbanes – Oxley Act, een Amerikaanse (USA) wet van 2002.
Deze wet legt gedragsregels op aan bedrijven die genoteerd staan aan een Amerikaanse beurs. Vanwege de spanwijdte van het Amerikaans handelsverkeer werd de Sarbanes – Oxley Act door veel andere (ook Europese) landen geadopteerd en in governance codes toegeschreven naar de lokale context. Voor zo ver ik weet is het begrip good governance in Suriname nog niet in gebruik en zijn er (nog) geen governance codes. Maar gezien de aardolievondsten voor de kust en de plannen voor exploitatie van deze aardolie, zal de (internationale) vraag naar de ontwikkeling en toepassing van governance codes niet lang op zich laten wachten. In de 20ste eeuw is het norm dat financiers en investeerders, zakendoen met organisaties die hun governance op orde hebben, om het risico op schandalen (fraude, corruptie, omkoperij) zo klein mogelijk te houden.
Communicatie en verantwoording
Op 31 juli jl. reageerde ik op mijn FB pagina op een krantenartikel waarin werd gemeld dat de echtgenote van Suriname’s president, als ondervoorzitter toetrad tot de presidentiële commissie ‘Toetsing Rechtspositionele Aangelegenheden’. De commissie staat voor een immense taak gezien het exclusieve en inconsequente personeelsbeleid van vorige regeringen. Het lidmaatschap van de echtgenote van de president in deze commissie vind ik – in de context van good governance – opmerkelijk. Des te meer omdat de huidige president publiekelijk toezegde het gedrag en de praktijken van zijn voorganger niet te zullen herhalen. Tijdens zijn inauguratie beloofde hij te gaan voor: transparantie, communicatie en verantwoording. Het bericht over zijn echtgenote was een krantenartikel zonder uitleg, zonder context, het was gewoon een bericht. Ik reageerde er op, scherp.
Met mijn tekst trapte ik op tenen van een aantal lezers. Niet dat men het oneens was met de inhoud van mijn observatie, maar het was de toon die hen irriteerde. De toon werd gevoeld als dat ik Suriname en Surinamers belachelijk maakte. Het laatste waar ik op uit ben is Suriname en Surinamers belachelijk maken, ik heb daar geen belang bij!
Wat ik met mijn post wilde was vraagtekens plaatsen bij deze gang van zaken die – in het licht van de belofte van transparant bestuur – uitleg behoefde. Ik plaatste vraagtekens en een aantal lezers las mijn tekst als veroordeling. Ik ben niet verantwoordelijk voor hoe anderen mij lezen en beoordelen; ik ben verantwoordelijk voor wat ik schrijf. En wat ik tegen anderen zeg pas ik ook toe op mezelf: in communicatie telt het effect, niet de bedoeling. En ik neem klagers serieus.
Mijn FB post teruglezend stel ik vast dat ik in mijn reactie meer compassie voor de lokale omstandigheden had kunnen en mogen tonen. Dat vind ik jammer want door dit gemis stoorden sommige lezers zich aan mijn post. Mijn excuses! In het vervolg zal ik in mijn FB posts over Suriname meer alert zijn op wat ik beoog.
Opgestroopte mouwen
Eén van de lezers die aanstoot nam aan mijn reactie, schreef me een bericht waarin ze verwees naar de complexiteit van de problemen waar deze regering oplossingen voor moet vinden. De lege staatskas, de economische malaise en de hevig voortdurende Covid-19 pandemie die het suboptimale zorgsysteem zwaar beproeft, staan vooraan. Voor de oplossing van deze problemen zijn mensen nodig. Goed opgeleide, vakbekwame en betrouwbare mensen. Dat is het niet minste probleem van de regering, gebrek aan deze mensen. Het aantal hoogopgeleide en capabele mensen in Suriname is hemeltergend laag en van de mensen die er zijn, is een groot deel ‘besmet’ door deelname aan of facilitering van onder meer NDP regeringen. Het vinden van ‘brandschone’ mensen voor de oplossing van de problemen is voor de nieuwe regering een vraagstuk op zich.
Terugkomend op de presidentiële commissie ‘Toetsing Rechtspositionele Aangelegenheden’. De echtgenote van de president, is advocaat met een eigen praktijk en neemt onbezoldigd als vicevoorzitter deel aan die commissie. Waarom? Omdat ze met haar inhoudelijke expertise een belangrijke bijdrage kan leveren aan het werk van de commissie. Het is niet zo dat de president onbekend is met de principes van good governance. Wat wel zo is, is dat de berg problemen waar hij tegen aankijkt effecten zijn van decennia durende ernstige bestuurlijke verwaarlozing van het land en zijn burgers. De aanpak van zo een verwaarlozing begint niet met governance codes maar met onorthodox de mouwen opstropen.
Idee?
Leiderschap is ook elke dag een consequent verhaal vertellen om mensen bij de ontwikkeling te houden. Is het een idee om de nieuwe overheidscommunicatiedienst – in samenwerking met enkele creatieve en ideeënrijke Surinaamse jongeren v/m – een programma te laten ontwikkelen voor burgers? Een informatief programma waarin elke dag in heldere taal de agenda van de regering wordt gedeeld: wat ze doet, met wie, met welk doel en waarom? Een soort van nationale ‘hoe was de dag, waar staan we nu’ moment, zoals je dat ook doet op het werk of in het gezin. Gewoon in begrijpelijke woorden of beelden, dagelijks via alle denkbare media en niet langer dan 10 minuten/1 pagina A4 .
Geen partijpolitiek, geen verwijten aan voorgangers, wel ter zake doende informatie over nu en morgen. Geen minister of andere al dan niet politieke aandachttrekker in beeld, maar gewoon een goede communicator v/m en gebarentolk. Ook vertellen waarom er geen minister of andere al dan niet politieke aandachttrekker aan het woord komt (De aandacht moet naar de boodschap, niet naar de boodschapper.) Dat gaat helpen de kop noch staart berichten zonder journalistieke waarde, maar wel vaak met een particulier belang of een partijpolitieke bedoeling, te verminderen. De regering dient nationale belangen en is geen partijpolitiek orgaan.
De president kan dan met regelmaat en op dezelfde tijd een persconferentie geven over de vorderingen van zijn regering en hoe ver Suriname op koers is. Het gaat rust en vertrouwen brengen op de weg door het puingebergte. Dan kan, bij voorbeeld, een bericht als dat over zijn echtgenote in een context gepresenteerd worden die mensen begrijpen en gezien worden voor wat het is: concreet deelnemen in de puin opruimoperatie.
Als zo een programma een jaar lang draait, wordt het een activiteit waar iedereen naar gaat uitkijken en, niet onbelangrijk, ontstaat er een traditie waarin de betekenis en het effect van good governance door iedereen wordt begrepen en ervaren. En kunnen governance codes ontwikkeld worden en uitgevoerd, met ruimte voor de eigen volksaard en lokale cultuur. En niet in de laatste plaats is zo een programma een niet bedreigende en laagdrempelige insteek om de hoognodige transformatie mentaal op gang te brengen. Een insteek waar iedereen direct beter van wordt.