It is the community which has the power to maintain its health and which knows the road to heal itself. Citaat bij Declaratie van Paramaribo, Medische Zending, december 2014.
Krutu
In 2014 was ik met tientallen anderen (directie en medewerkers en officials van de overheid en ngo’s) deelnemer aan een seminar van twee dagen. Het seminar was georganiseerd door de Medische Zending ter voorbereiding van krutu’s over gezondheidsbehoeften in de verschillende dorpsgemeenschappen waar ze actief was. De krutu’s moesten de kennis en de informatie opleveren voor het nieuw strategisch beleidsplan van de Medische Zending. Ik was lid van het team van facilitators van deze krutu’s en de opsteller van het concept strategisch beleidsplan. Door mijn werk in organisaties voor openbare volksgezondheid, was ik bekend met primaire gezondheidszorg en met gemeenschapsparticipatie bij beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering. Ik had dus ervaring en vergelijkingsmateriaal.
Het hele proces bij de Medische Zending was een bijzondere en helende ervaring; dit was gemeenschapsparticipatie zoals bedoeld, next level deep democracy. Het zou mijn kijk op primaire gezondheidszorg en de organisatie daarvan voorgoed veranderen. Als dit in deze Surinaamse zorgorganisatie met lokale professionals en de lokale bevolking kon, waarom niet ook geleerd en toegepast in andere lokale (gezondheidszorg)organisaties?
Die vraag stelde ik aan enkele collega’s in Suriname. Hun antwoord was bedroevend en verklaarde voor mij waarom de gezondheidszorg in Suriname – ook met de nieuwste technische hulpmiddelen – suboptimaal blijft presteren. Die gezondheidszorg wordt op alle niveaus, te beginnen op het niveau van het ministerie van Volksgezondheid en van daaruit naar beneden stromend, georganiseerd met een disfunctioneel medisch model als anker. In dit model is de arts de belangrijkste figuur, is de verpleegkundige doktershulp én organisatiesloof van managers, en bevinden de patiënt en diens verwanten zich in de periferie. Alle inspanningen voor zorgvernieuwing lopen stuk op dit model dat de arts rijk maakt en de samenleving arm (dit is niet uniek voor Suriname). Het is ook een model dat afhankelijkheid van mensen op alle soorten van manieren opwekt en bevestigt. Je verlaat zelden genezen van je kwaal het systeem, alleen een beetje minder ziek, als je geluk hebt. Het is de bedoeling dat je afhankelijk blijft, het systeem kan zichzelf niet omdenken en de mensen wordt voorgehouden dat gezondheid buiten dit systeem niet mogelijk is.
Diaspora
Vandaag dacht ik de hele dag aan de ervaring die ik hierboven deelde. Aan de trotse, kundige en vaardige marron- en inheemsengemeenschappen die ik door mijn werk voor de Medische Zending leerde kennen. Dat ik van hen leerde wat Suriname nog meer is; in de omgang met hen leerde ik anders en liefdevoller naar mezelf kijken en naar het land waar ik ben geboren en opgegroeid. Ik dacht aan hoe ik deel ben van sommige van de problemen die het land nu heeft. Omdat ik wegging, wegbleef en alleen op bezoek kom wanneer het me uitkomt en ik mijn oncomfortabel gevoel daarover wegduw met aflaten: materiële en immateriële steun. Daar dacht ik allemaal aan en dat kwam door een artikel van 25 juni jongstleden op de site van ‘Starnieuws Suriname’ getiteld “Makka: Raamverdrag omzetten in diasporaverdrag”. Dat een groepje mensen, wonend in een land aan de Noordzee, voor mensen wonend in Suriname een ‘omzetting’ bedenkt van een verdrag dat hun belangen raakt zonder ze vooraf zijn betrokken? En dat gewoon dat idee van omzetting zo even in de internetether brengen? “Wat een vrijpostigheid” zou mijn grootmoeder zeggen. Ik verwed een fles Borgoe rum reserve collection 12 years dat Mark Rutte niet weet dat iemand hem een rol gaf in dit omzettingsverhaal, dat een staaltje is van neokoloniale Haagse bluf. Zou het noemen van de naam van de premier van Nederland in een kronkelige investeringsproefballonnetje indruk maken op Surinamers waar ook ter wereld? Nee toch?
Eerst werd ik boos op de Diaspora Foundation Nederland Suriname, toen wilde ik hun motieven weten. Als Surinamer in een buitengewest (het woord diaspora komt me nu echt mijn neus uit) aan de Noordzee had ik behoefte aan uitleg. En toen bedacht ik dat ik dan de kans liep in dezelfde neokoloniale groef te gaan praten als de mensen van die Foundation. Dat hoeft niet en ik wil het niet. Ik kan gewoon zeggen dat ik niet weet hoe het moet met puin ruimen in Suriname of waar met puinruimen te beginnen. En ik heb veel vragen want ik ben nieuwsgierig naar de andere kant van het verhaal; de kant van de mensen voor wie deze operatie van de Foundation bedoeld lijkt. Hoe kijken, voelen en denken ze erover? Gaat dit óók over hún toekomstdromen? Is dit waar ze aan dachten en op hoopten toen ze op de VHP stemden? Ik bedoel dit: Surinamers hebben al eerder puin geruimd van een regering die ze berooid achterliet, ze zijn er niet aan dood gegaan. Ik denk dat ze wel een idee en plannen hebben hoe ook dit puin te ruimen. Toch?
Overigens is het goed te weten dat het Surinaams ministerie van Buitenlandse Zaken een projectorganisatie speciaal voor diaspora onder haar beheer heeft Diaspora Unite Suriname. De belangrijkste partner en donor hiervan is de International Organization for Migration (IOM) Fund van de Verenigde Naties (www.diaspora.sr). Zoals nog veel meer kwam dit niet goed uit de verf in de vorige regering, maar de basis ligt er, dus waarom daar niet bij aangesloten en er nieuw (ook financieel) leven krachtig inblazen?
Geld & nood
Zoals het verhaal in Starnieuws staat – en dat geldt voor alle actuele verhalen uit de Noordzee diaspora – komt het me voor als een verhaal uit de denkkoker ‘un ow set’en djie deng met macht en geld’. Niet participatief. Ik ben dan geneigd te denken, maar geld en macht zijn toch niet de essentie van mensen en van samenleven? In een samenleving in balans is geld de uitkomst van activiteiten en niet het begin!
Laat me duidelijk zijn: ik realiseer me heel wel waar de VHP voor staat, waar de aankomende nieuwe regering van Suriname voor staat. Op de plek waar Suriname nu is aangekomen zijn geld en geldschieters de belangrijkste antwoorden op acute ademnood. De failliete boedel (zowel materieel als moreel) die wordt overgenomen van de gaande regering kent in de geschiedenis van Suriname zijn gelijke niet, omdat die op democratische en wettige wijze tot stand is gebracht. De opdracht voor de nieuwe regering is immens en ik bewonder de moed en opgewektheid waarmee de leider (Suriname’s toekomstige president) en zijn team de opdracht aanvaarden.
Ooit werd ik bestuurder van een onderneming die schipbreuk had geleden en waarin 4500 mensen werkten. De enige realistische oplossing was saneren en verkopen van de failliete boedel. Van die periode zijn me bijgebleven de momenten die me haast tot wanhoop dreven en die me fysiek en mentaal uitputten. Niets in die onderneming klopte meer, geen structuur, geen afspraak, geen inhoud, geen kompas, geen richting, er was niets om op terug te vallen. Dat wat me overeind hield was de wetenschap dat het werk van de mensen aan de organisatiebasis, de medewerkers in het veld, ertoe deed voor patiënten en de samenleving. En hoewel ze de beste zijn, kon ik niets met stuurlui die aan de wal stonden en me aanwijzingen gaven. De koper van de boedel was de enige redding en oh wat was ik blij dat iemand die boedel wilde.
Waarmee ik maar wil zeggen: ik begrijp dat in de huidige situatie iedere financiële reddingsboei er één is die aangegrepen moet worden. Maar daarna? Wanneer het schip uit de storm is? Gaat men dan serieus werken aan de bouw van een nieuw en stormwaardig schip? Of wordt in het opgelapte wrak hozend verder gevaren naar de volgende crisis? Allemaal vragen.
Droom
In het jaar 2040 viert Suriname haar 65ste verjaardag. Ze wordt bigi sma en heeft dan één miljoen (1.000.000) gelukkige inwoners. Deze inwoners zijn Inheemse volken en (nakomelingen van) mensen uit alle continenten. Etnische politiek is slechts een herinnering, alle politieke partijen zijn nationaal en er wordt niet meer geregistreerd wat iemand haar/zijn ‘ras’ of religie is, omdat die registratie voor overheidsbestuur niet relevant is. In 2040 is Suriname een hyper-inclusief mensvriendelijk en welvarend land met een deugdelijk rechtssysteem, een gezonde en goed geschoolde bevolking, een fysieke infrastructuur die toegankelijk is voor iedere inwoner en die natuurlijke ontmoetingen tussen en de mobiliteit van mensen stimuleert. Heeft Suriname als land geen vijanden, zijn ecologie en economie op een duurzame en veilige manier met elkaar verweven volgens de nieuwste praktijk- en wetenschappelijke inzichten. Zijn Surinamers vrije en gastvrije mensen die bijdragen aan het welzijn van elkaar, hun land en de wereld. Zijn Surinamers gelukkig met elkaar en hechten ze veel waarde aan zelfstandigheid: aan hun individuele zelfstandigheid, aan die van anderen en aan die van hun land. In 2040 is het levensmotto van Surinamers: kom erbij, doe mee met ons!
Hoe van een droom werkelijkheid te maken? Zoals de bouw van een huis, eerst het fundament dan de opbouw!